Een persoon leeft in armoede wanneer het inkomen lager ligt dan 1.287 euro per maand voor een alleenstaande en 2.703 euro per maand voor een gezin van twee volwassenen en twee kinderen. In België leeft een op de vijf mensen in armoede.
In zo’n situatie hebben mensen te weinig middelen om te betalen voor huisvesting, energie, gezondheidszorg, voeding en andere noodzakelijke uitgaven. En dus vragen sommige van hen om voedselhulp. Rekening houdend met de verdeling van voedselpakketten, de sociale restaurants en de sociale kruideniers, doen naar schatting 600.000 Belgen een beroep op voedselhulp.
In de praktijk trachten de organisaties zo goed en zo kwaad als dat gaat aan alle behoeften te voldoen. Deze – soms professionele – organisaties kunnen vaak enkel rekenen op vrijwilligers en hebben één voor één een nijpend tekort aan middelen om aan de alsmaar toenemende vraag te beantwoorden.
In heel Wallonië zijn er diensten voor voedselhulp aanwezig, zowel in de grote agglomeraties als op het platteland. Het gaat hierbij om:
Gezien de mobiliteitsuitdagingen in Wallonië neemt de voedselhulp er soms specifieke vormen aan: thuislevering, mobiele verdeeldiensten, voedselbonnen, enz.
In 2017 keurde het Waals Parlement een decreet goed tot invoeging van bepalingen betreffende voedselhulp in het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 2 mei 2017). Dit decreet voorziet om sociale kruideniers en restaurants te erkennen en te financieren, op voorwaarde dat zij zorgen voor “sociale begeleiding (van de begunstigden), intern of via een partnerschapsovereenkomst”. Dit decreet effende bovendien het pad naar de erkenning van Overleg Voedselhulp als ‘Waalse overleginstelling voor voedselhulp’.
In het Brussels Gewest zijn er:
Er doen naar schatting 90.000 Brusselaars een beroep op voedselhulp.